Dodenherdenking 2025

Zondag 4 mei herdachten wij de gevallenen uit de Tweede Wereldoorlog, andere oorlogsslachtoffers en slachtoffers van de diverse vredesmissies. 

Burgemeester Joost Manusama sprak tijdens Dodenherdenking in de Nieuwe Westerkerk. Hij stond stil bij een dramatische gebeurtenis in Capelle in de herfst van 1944. Het gezin van boer Ooms aan de ‘s-Gravenweg trof een vreselijk noodlot. Maar het gezin vond ook kracht en toonde veerkracht om de tegenslag te overwinnen. Manusama maakte een parallel aan de huidige situatie in de wereld. De vrede die we decennialang hebben gekend is sinds enkele jaren ruw verstoord. In deze onrustige tijden is het dubbel zo belangrijk om onze zwaarbevochten open, democratische samenleving te koesteren en te verdedigen. 

Burgemeester Manusama in de Nieuwe Westerkerk (foto van Jan Kok)

Vrijheid is kwetsbaar, democratie vraagt voortdurende zorg.

Toespraak burgemeester Joost Manusama

80 jaar vrijheid 

In de vroege ochtend van zaterdag 7 oktober 1944, zo rond half zes, hielden drie mannen veehouder Rodenburg uit Capelle aan den IJssel aan. Het was in de buurt van De Roode Leeuw, aan de ‘s Gravenweg. De veehouder was op weg naar zijn koeien. Hij ging melken. De mannen behoorden tot het Capelse verzet. Bewapend met een mitrailleur legden ze de veehouder geen strobreed in de weg. Wel gaven ze hem het dringende advies zijn koeien weg te houden van de spoorlijn tussen Rotterdam en Gouda, de huidige Abram van Rijckevorselweg. De boer begreep de boodschap. Een half uur later, hij was aan het melken, klonk er een oorverdovende explosie. De mannen hadden de spoorlijn opgeblazen. Met deze sabotageactie wilde het verzet het transport van Duits oorlogsmaterieel frustreren.

Het Capelse verzet kreeg als ‘Knokploeg Capelle’ vorm na Dolle Dinsdag, 5 september 1944. De 30 leden werkten samen met verzetsgroep Kralingsche Veer en Knokploeg Rotterdam. Ze saboteerden schepen, spoorwegen en materieel van de Wehrmacht en de Kriegsmarine en overvielen zwarthandelaren en voerden in Rotterdam liquidaties uit.

Ook boer Anton Ooms, 37 jaar, hoorde de knal terwijl hij van zijn boerderij aan de ’s-Gravenweg 394 onderweg was naar zijn koeien. Hij zag een vuurbal en rondvliegende brokstukken. Stoïcijns vervolgde hij zijn weg. Onwetend van het noodlot dat hem binnen 24 uur zou treffen. 

De volgende dag, zondagochtend 8 oktober, zaten Anton en zijn vrouw Jannetje in de Dorpskerk. Hun zes kinderen, tussen 2 en 12 jaar oud, waren samen thuis. Rond het middaguur drongen Duitse militairen met veel kabaal hun boerderij binnen. De kinderen schrokken enorm. Toen Anton met Jannetje thuiskwam uit de kerk, nam een Duitse officier hem apart. Meedogenloos deelde hij Anton mede: "Voor elk sabotagegeval wordt een boerderij in de omgeving in brand gestoken. Over een uur moet je uit de boerderij zijn, daarna steken we deze in brand en wordt alles vernietigd. De familie, die niets met de aanslag te maken had, kreeg anderhalf uur om beddengoed en kleding te verzamelen. Een leven van hard werken zou worden vernietigd. Hun vee, koeien, varkens, kippen. Alles werd meegenomen door de Duitsers.

Rond halfzeven ’s avonds werd de boerderij van de familie Ooms aangestoken en ging hun bezit in vlammen op. De familie kon vanuit de woning van de overbuurvrouw, ondanks dat de gordijnen moesten worden gesloten, de vuurzee zien en voelen. De oudste kinderen zagen bij familie in Zevenhuizen de rode gloed van hun brandende thuis.

Beste Capellenaren, jongens en meisjes, leden van de gemeenteraad en het college. Hartelijk welkom in de Nieuwe Westerkerk.

Het waargebeurde verhaal uit Capelle is gruwelijk. Tegelijk helpt het ons om te leren van wat Capellenaren meemaakten tijdens de zware oorlogsjaren. Hoe ze tijdens de oorlog werden meegesleept in een grote onrechtvaardige strijd. Waarbij de wrede logica van vergelding velen onschuldigen trof.  

Het verhaal ontroert me. Want wat Anton, Jannetje en hun gezin meemaakten, maken mensen over de hele wereld ook nu weer mee.  

Beste kinderen, beste mensen,

Dit jaar staan we stil bij een bijzonder herdenkingsjaar. We vieren dat precies 80 jaar geleden de Tweede Wereldoorlog voor Nederland ten einde kwam. Dankzij de inzet van militairen van de geallieerden en met hulp van het verzet werd ons land na vijf zware jaren, bevrijd van de Duitse bezetter. We herdenken de miljoenen slachtoffers in Europa en daarbuiten. En we staan stil bij de littekens die de oorlog achterliet en die 80 jaar later nog steeds zichtbaar en voelbaar zijn. Bij families die dierbaren verloren, vermoord tijdens de Holocaust of omgekomen tijdens bombardementen of ander gruwelijk oorlogsgeweld. In Nederland, Europa en in Nederlands-Indië, later Indonesië.

Het besef van het belang van vrede en verdraagzaamheid wordt bij mij steeds groter. Alleen in een land zonder oorlog, waar mensenrechten worden nageleefd, vrijheid van meningsuiting en democratie worden gerespecteerd, kan een samenleving functioneren. Onze 4 mei herdenking is ook een viering van onze democratie. Democratie waarbij iedereen mag meepraten, meedenken en meebeslissen, ook wanneer je een afwijkende mening hebt. In een gezonde democratie is de meerderheid bereid te luisteren naar de minderheid. Verschillend denken, hoeft niet te leiden tot een conflict of polarisatie. Het is een hardnekkig misverstand dat verschil in denken leidt tot dreiging of erger. Als wij ophouden naar elkaar te luisteren, winnen de stiltes.

De vrede die we decennialang hebben gekend in Nederland en Europa is sinds enkele jaren ruw verstoord. De tijden zijn onrustig en verwarrend. Terwijl we onze vrijheid herdenken, worden we dagelijks pijnlijk geconfronteerd met de kwetsbaarheid ervan. Oorlogen en conflicten verscheuren gemeenschappen, landen en regio’s en zijn bedreigend voor de wereldvrede. Veel mensen en kinderen maken zich daar grote zorgen over.

De rol van verantwoordelijke politici en democratische leiders is daarbij soms ronduit discutabel. ‘Domme’ leiders vergiftigen het politieke en maatschappelijke debat met nepnieuws en bewuste manipulatie. Trump, Poetin, Orbán en andere leiders zijn natuurlijk helemaal niet dom. Wel falend. En ze doen domme dingen. Vaak heel bewust. Ze verwisselen feiten door meningen. Met goedkope, simpele oplossingen, manipulaties van social media creëren ze angstbeelden om kiezers voor zich te winnen. Wat ze zeggen klinkt beter dan wat ze ooit zullen waarmaken. Ze tonen gedrag dat bijdraagt aan onrust en onbegrip.

We moeten ons aanpassen aan deze nieuwe werkelijkheid om te voorkomen dat onze zwaarbevochten open, democratische samenleving in gevaar wordt gebracht. Terwijl politici, ook op lokaal niveau, juist verantwoordelijkheid behoren te dragen voor een verdraagzame wereld waar ieder mens telt. Om bruggen te bouwen en mensen te verbinden. En met feiten en waarheden ophitsende prietpraat te weerleggen. 
Opzettelijke onwetendheid is net zo gevaarlijk als actieve haat. Het ondermijnt onze democratische fundamenten en maakt ons kwetsbaar voor dezelfde mechanismen van uitsluiting en geweld die we vandaag herdenken.

Terug naar 1944. Anton en Jannetje Ooms en hun kinderen vonden onderdak bij een weduwe. Met acht, later negen personen leefden ze jarenlang heel sober in een huis bedoeld voor twee. Maar Anton, Jannetje en de kinderen toonden veerkracht en begonnen opnieuw. Antons broer hielp het gezin en ook anderen uit Capelle stonden klaar. In 1948, drie jaar na het einde van de oorlog, kon de familie een nieuwe boerderij bouwen. Op dezelfde plek waar ooit hun oude boerderij stond. Het gezin kende groot verdriet, maar toonde veerkracht. Ze overwonnen de tegenslag en gingen door. De veerkracht van de familie Ooms gun ik mensen over de hele wereld die nu het slachtoffer zijn van gruwelijke gewapende conflicten.

Wanneer we straks om 20.00 uur stilstaan bij de slachtoffers van oorlogen, denk dan ook aan mensen zoals boer Anton Ooms en zijn gezin. Mensen die niets anders wilden dan gewoon hun leven leiden en hun kinderen groot brengen. Mensen die werden getroffen door een meedogenloze oorlog, maar hoop hielden en veerkracht toonden. Hun verhaal is niet slechts een herinnering uit het verleden, maar een levende waarschuwing: vrijheid is kwetsbaar, democratie vraagt voortdurende zorg. En wij zijn samen verantwoordelijk voor het beschermen van wat zo moeilijk is bevochten.

Dames en heren, jongens en meisjes. Ik dank jullie allemaal heel hartelijk voor jullie aanwezigheid en aandacht.